Er zijn veel (strip)verhalen over mannelijke avonturiers, maar vrouwen zie je zelden. Daarom is dit boek over de Française Violette Morris (1893-1944) zo interessant; het toont de worsteling van een vrouw die in geen enkel hokje paste, voorafgaand en ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Morris barstte van energie en ambitie en gooide alles overhoop waar mensen aan waren gewend. Zo was ze openlijk lesbienne, een sterke atlete, die zich het liefst met mannen wilde meten; ze liet haar borsten amputeren om in een racewagen te passen. Een belangrijke schaduwzijde van Morris is dat ze heeft gewerkt voor de Gestapo, misschien dat ze daarom vergeten is. In deze serie wordt haar levensverhaal wel uit de doeken gedaan, in de vorm van een detective. De fictieve hoofdpersoon Lucie Blumenthal onderzoekt na afloop van de oorlog een moord en haalt ondertussen herinneringen op aan haar vriendin Violette. Hoe kon het dat ze voor de Duitsers ging werken? Dat lezen we vast in de volgende drie delen van deze fascinerende biografische strip. Bijzonder interessant is ook het historische dossier met veel foto’s aan het einde. Verberg tekst