De Temujai staan klaar om Europa te vuur en te zwaard te veroveren. Om dit onheil af te wenden, slaan de boosaardige Skandiërs en onze vrienden uit Araluen de handen in elkaar. Hoe ze dat doen, vertelt John Flanagan op schitterende wijze in dit vierde deel van de 'Grijze Jager'-reeks. Deel één, De ruïnes van Gorlan (Gottmer, 2008), gaf een goed idee van wat de lezer te wachten staat. De hoofdpersonages worden voorgesteld en maken een eerste ontwikkeling door, en de ruimte wordt in kaart gebracht. Delen twee tot en met vier vormen samen een tweede afgerond avontuur. Op het einde rijden de twee hoofdpersonages in de verte Lucky Lukegewijs het beeld uit, van op de kantelen nagestaard door de achterblijvers.
Op het einde van deel twee worden Will en de koningsdochter Evanlyn, meegevoerd naar het vijandige Skandië. In Het ijzige land (Gottmer, 2008) werd hun lijdensweg beschreven, tot en met de fysieke en geestelijke bevrijding van Will. Op een ander plan volgen we de toch…
Lees verder
De Temujai staan klaar om Europa te vuur en te zwaard te veroveren. Om dit onheil af te wenden, slaan de boosaardige Skandiërs en onze vrienden uit Araluen de handen in elkaar. Hoe ze dat doen, vertelt John Flanagan op schitterende wijze in dit vierde deel van de 'Grijze Jager'-reeks. Deel één, De ruïnes van Gorlan (Gottmer, 2008), gaf een goed idee van wat de lezer te wachten staat. De hoofdpersonages worden voorgesteld en maken een eerste ontwikkeling door, en de ruimte wordt in kaart gebracht. Delen twee tot en met vier vormen samen een tweede afgerond avontuur. Op het einde rijden de twee hoofdpersonages in de verte Lucky Lukegewijs het beeld uit, van op de kantelen nagestaard door de achterblijvers.
Op het einde van deel twee worden Will en de koningsdochter Evanlyn, meegevoerd naar het vijandige Skandië. In Het ijzige land (Gottmer, 2008) werd hun lijdensweg beschreven, tot en met de fysieke en geestelijke bevrijding van Will. Op een ander plan volgen we de tocht van Wills leermeester Halt en zijn vriend Arnaut door Gallica. Het laatste wat we over hen vernemen is dat ze na een vervelend oponthoud verder trekken naar hun doel. In het begin van dit nieuwe deel naderen de partijen elkaar vanuit drie richtingen, en na een zenuwslopende achtervolging zijn Will, Evanlyn, Halt en Arnaut al vlug weer samen. Veilig terugkeren zit er niet meer in. De Temujai, de Hunnen zeg maar, zijn op oorlogspad en Halt, die ondanks zijn 'verbanning' trouw is aan de kroon, wil eerst de Skandiërs verwittigen. Hoe dat moet weet hij niet zo meteen, tot de derde partij ? de Skandiërs onder leiding van Erak ? hen toevallig ontmoet. Een geluk bij een ongeluk, en na lang palaveren en een spionagetochtje, trekt iedereen naar Hallasholm, de hoofdstad van Skandia. Daar weet Halt de onder- en oberjarls te overtuigen van de weinig vreedzame intenties van de Temujai en van zijn eigen goede bedoelingen. Dankzij zijn vroegere ervaringen met dit paardenvolk wordt hij aangesteld als tijdelijk adviseur in oorlogstijd. Het is een dubbeltje op zijn kant. De prinses ontdekt tijdig verraad, maar van de weeromstuit wordt zij naar het leven gestaan door Ragnak, de oberjarl, die de gelofte heeft afgelegd het koningshuis van Araluen uit te roeien. Het gezonde verstand haalt de bovenhand en de vijandigheden worden tot na de gevechten gestaakt. Tijdens een tot in de puntjes beschreven, bloedstollende veldslag gaat de nietsvermoedende vijand een verpletterende nederlaag tegemoet. Het begint de Temujai al snel te dagen dat ze niet alleen brute, Skandische woestelingen tegenover zich hebben, maar een vernuftige strateeg, die over een geducht wapen beschikt: boogschutters. Aan de kant van de Skandiërs sneuvelt de oberjarl, wat een meevaller is voor Evanlyn. Enkele weken later brengt Erak hen thuis. Beloningen worden uitgedeeld en Will kiest voor een voortgezette jagersopleiding en voor het avontuur, tegen de zin van Evanlyn,.
De dragers van het Eikenblad is alweer een fijn staaltje vertelkunst van John Flanagan. De achtervolgingscènes zijn spannend en met gevoel voor timing beschreven. De veldslag beslaat zes hoofdstukken en verloopt ? zoals voorspeld door Halt ? met op en neer gaande kansen, tot een woeste Ragna en een bende al even woeste Skandiërs het pleit beslechten. Achter het hoekje loert voor de geïnformeerde lezer de Europese geschiedenis met zijn volksverhuizingen, de Hunnen en Attila. Wie van vreemde namen en volkeren houdt, wordt op zijn wenken bediend. Een waardige afronder van deze reeks. [Walter Schoonbaert]
Verberg tekst