Stefan Jordan (46) is adjunct-hoofdredacteur en chef Cultuur van het landelijke weekblad de Bote in Hamburg, Theresa Kallis (43) is biologisch boer in de voormalige DDR, waar ze de voormalige collectieve boerderij van haar vader heeft voortgezet. De twee kennen elkaar van hun studietijd aan de universiteit van Münster en zijn elkaar twintig jaar lang uit het oog verloren - tot ze elkaar toevallig weer ontmoeten en een correspondentie beginnen.
Daar begint Tussen werelden, een boek dat succesauteur Juli Zeh niet alleen schreef maar samen met schrijver en copywriter Simon Urban. Het is verleidelijk te denken dat Urban de mails en apps van Jordan voor zijn rekening heeft genomen en Zeh die van Kallis, maar zeker is dat niet, de twee auteurs hebben zich daarover ook niet uitgelaten.Tussen werelden is een moderne versie van de aloude brievenroman. De roman is actueel in zijn thematiek, de digitale communicatie tussen de twee speelt zich af tussen januari en oktober 2022 en laat amper een splijtzwam in de moderne samenleving onbehandeld: klimaat, de kloof tussen stad en platteland, Oekraïne, racisme, de problemen van boeren, de dilemma's van journalisten, identiteitspolitiek, complicaties rond gender en natuurlijk de cancelcultuur. Daardoorheen speelt het thema van de generatietegenstelling.
Te veel, zou je denken, te vol - elk van de thema's biedt stof te over voor een roman, iets wat Zeh in bijvoorbeeld Ons soort mensen en Onder buren, beide over de tegenstelling stad-platteland, ook heeft bewezen. Maar in Tussen werelden komen problemen van Stefan en Theresa zo natuurlijk aan de orde dat je geen moment het gevoel krijgt dat Zeh en Urban te veel hooi op hun vork hebben genomen: zowel de zaken waar boerin Theresa tegenaan loopt als de complicaties waarmee Stefan te maken krijgt, vormen een beeld van onze tijd.
In Duitsland kon het boek niet op onverdeelde lof rekenen. Zo waren de recensies in de Frankfurter Algemeine Zeitung en Die Tageszeitung ronduit negatief: Tussen werelden werd door de critici vooral clichématig en simplistisch gevonden in de beschrijving van de wokecultuur - die door het hele boek voortdurend opduikt. Lees je het als een beschrijving van de huidige toestand, dan zouden die critici gelijk kunnen hebben en zou het verwijt van overdrijving hout snijden.
Maar wanneer je Tussen werelden leest als een satire (en als een waarschuwing voor waar we mogelijk naar op weg zijn) dan verandert het beeld. Dan wordt het boek ineens hilarisch - en beklemmend. De brave Stefan doet zijn best bij de tijd te blijven en hecht daarom zeer aan genderinclusief taalgebruik: hij laat aanduidingen als 'collega's*', 'journalisten*' en 'wolviltproducenten*' vergezeld gaan van een Gendersternchen - en dat begint op zeker moment op de lachspieren te werken.
Dat geldt ook voor de machtsovername ter redactie door de twee 19-jarige klimaatactivisten Leonie en Justin, die komen helpen bij het samenstellen van een klimaatspecial van de Bote. Leonie leest de oudere redacteuren* eerst de les: 'Er bestaat geen klimaatverandering. Er bestaat alleen een klimaatcatastrofe. (...) Dat is jullie prestatie, dat is jullie geschiedenis.' De kritiek op het moreel-absolutisme en het patent op de waarheid ligt in de overdrijving. De zittende redactieleiding gaat akkoord en uiteindelijk wordt de naam van de Bote veranderd in de Bot*in.
Je voelt de tongue-in-cheek van Zeh en Urban, maar tegelijkertijd dringt de vraag zich op of de twee geen profetische roman hebben geschreven en of achter de overdrijving geen dreigend toekomstbeeld schuilt.
Theresa kampt op haar boerderij Kuh&Co met problemen die voor Stefan in zijn Hamburgse loft onwerkelijk zijn. 'Ken je eigenlijk wel mensen die geen journalist, politicus of cultuurmaker zijn?', vraagt ze op een gegeven moment aan Stefan. Diens grotestadskwesties rond gender en identiteit staan in scherpe tegenstelling tot de aardse moeilijkheden die zij moet overwinnen: de dure grond, de eindeloze bureaucratie, de prijs van haar producten. Terwijl Stefan het vege lijf tracht te redden door zich aan te passen aan de eisen van de woke-politie, krijgt zij te maken met suïcidale boeren die geen toekomst meer zien en met krankzinnigheidsverschijnselen bij een door haar ontslagen arbeider.
In de beschrijving van haar leven verdwijnt de satire - de problemen van Theresa zijn écht, ze hebben geen overdrijving nodig om tot de lezer door te dringen. 'Koeien worden ziek, machines gaan kapot, werknemers komen niet opdagen. Het weer doet nooit wat het moet doen, en als er verder niets verkeerd gaat komt er wel iemand van de arbeidsinspectie, de natuurbescherming of de controleur van het biokeurmerk om me op de vingers te tikken over een of ander detail.' Theresa's politieke werkelijkheid is een andere dan die van Stefan. Ze heeft vrienden die lid zijn van de AfD, maar die ze toch graag mag - een mens is meer dan de partij waarop hij stemt. In Onder buren schreef Zeh, die zelf op het platteland van Brandenburg woont, al eerder over zo'n 'vriendelijke nazi'.
Tussen werelden is een meesterlijke satire die slecht afloopt - voor Theresa en Stefan althans. De kracht van het boek ligt op de grens van werkelijkheid en overdrijving - er zit te veel herkenbaars in de beschreven gebeurtenissen om er helemaal gerust op te zijn.De vorm werkt de snelheid van het verhaal in de hand, je scheurt door de 392 pagina's heen. Hij heeft ook nadelen, wat vooral blijkt in het laatste deel van Tussen werelden, als de dialoog tussen de twee een monoloog van Stefan wordt - je vraagt je tegen die tijd überhaupt af waar de twee naast hun drukke werkzaamheden de tijd voor hun eindeloze mailwisseling vandaan hebben gehaald.Maar dat doet aan de tragische boodschap van het boek geen afbreuk: de onvermijdelijke eenzaamheid van het individu dat gedoemd is te verliezen. De gespletenheid van de natie weerspiegelt zich in Stefan en Theresa, maar in één opzicht bestaat er tussen de twee geen kloof: beiden gaan ten onder in de strijd tegen de krachten van collectieve dogma's en absolute waarheden waartegen niet valt op te boksen.
★★★★☆
Uit het Duits vertaald door Annemarie Vlaming. Ambo Anthos; 392 pagina's; € 24,99.
Succesauteur Juli Zeh schreef deze brievenroman samen met schrijver en copywriter Simon Urban.
Verberg tekst